
Kenmerken en specificaties Kleine vliegenvanger
- Bruine bovendelen
- Witte onderdelen
- Lichtgele oogring
- Zwarte staart met witte staartzijden
- Volwassen mannetjes in broedkleed: kleine oranje keelvlek, en een grijze kop en hals
- Is een dwaalgast
- Wettenschappelijke naam: Ficedula parva
- Lengte: 11,5 cm
- Voedsel: vliegen, muggen, kevers en sprinkhanen
- Geluid: zang doet denken aan combinatie die begint met tjiftjaf en overgaat in fitis. Roep onder meer een ratelend, winterkoningachtig “trrrrett“.
Land van afkomst
- Komt zeldzaam voor in Nederland
- Broedt in Oost-Europa, Duitsland, Finland en Noord-Griekenland
- Trekt in de winter naar Oman, Pakistan en India