

Kenmerken en specificaties Steppekiekendief
- Lange vleugels
- Smalle en tamelijk spitse vleugels
- Vrouwtje en jonge vogels lijken erg op de grauwe– en of blauwe kiekendief
- Vrouwtje: lichte halsring, chocoladebruine ‘boa’, lichte toppen en een lichte basis van de handpennen
- Jonge vogels: lichte achterrand van de binnenste handpennen en bij vrouwtjes donkere armdekveren en armpennen.
- Mannetje: bleke lichtgrijze kleed en een een zwarte wig op de vleugels
- Is een dwaalgast
- Wettenschappelijke naam: Circus macrourus
- Lengte: 40 tot 48 cm. Spanwijdte: 100 tot 121 cm
- Voedsel: kleine zoogdieren, vogels, reptielen en insecten
- Geluid: wordt weinig gehoord. Roep van mannetjes is een zeurende triller, vrouwtjes reageren vaak met een dalende fluittoon.
Land van afkomst
- Komt zeldzaam voor in Nederland
- Komt voor in de Steppes en in half-woestijnen van Zuidoost-Europa tot aan het Baikalmeer, Rusland, Oekraïne en Roemenië.
- Overwintert in Senegal tot Ethiopië, langs de oostelijke helft van zuidelijk Afrika en in Namibië, Botswana en Zambia