De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. De meeste vogels slapen waar ze overdag ook vaak zijn. Dat is meestal op een tak, tussen de bladeren of hangend aan een boomstam. Elk soort vogel slaapt weer anders. Watervogels slapen meestal op het water, want daar zijn ze veilig voor landroofdieren. Weidevogels slapen gewoon in het grasland. En sommige vogels zelfs in de lucht, zoals de gierzwaluw. Vogels slapen op momenten dat ze niet kunnen eten, dat is afhankelijk wat voor voedsel een vogel eet. Vogels vallen niet zomaar van een tak of boom tijdens het slapen, omdat ze een goed klemmechanisme in hun poten hebben.
Vogels slapen veel minder diep dan mensen, dat komt omdat ze altijd alert moeten blijven voor gevaar. Ze moeten dan ook snel kunnen reageren als er bijvoorbeeld een roofvogel ergens in de buurt is. Daarom hebben ze meestal een oog open tijdens het slapen, zodat ze alles goed in de gaten kunnen blijven houden.
Bron: Aparte slapers, die vogels | Vogelbescherming