De drieteenstrandloper is in Nederland het hele jaar door in de buurt van het strand te zien. In de zomer hebben ze een bruinig verenkleed. In de herfst en winter wordt het verenkleed wit met grijs. Hij heeft zwarte poten en een zwarte snavel.
Kenmerken en specificaties
- In herfst en winter wit en grijs
- In de zomer bruin
- Zwarte poten
- Zwarte snavel
- Wettenschappelijke naam: Calidris alba
- Lengte: ongeveer 20 cm
- Voedsel: krabbetjes, garnalen, schelpdieren, wormen en insecten
- Eieren: meestal 3 tot 4 eieren per legsel
- Geluid: Schel, kort en hoog.
Geluid
Broeden en leefgebied
- Broedperiode: vanaf juni tot en met midden juli.
- Broedt plekken: het nest is een ondiep kuiltje in de grond. Meestal op een open plek met kale grond.
- Eieren: meestal 3 soms 4 eieren per legsel.
- Broedduur: het duurt ongeveer 24 tot 32 dagen voordat de eieren uit komen.
- Uitgevlogen: de jongen vliegen uit na 17 dagen. De ouders verlaten de jongen nadat ze zijn uitgevlogen.
- Leefgebied: vaak te vinden op zandstranden en -platen.
- Trefkans: de kans om deze vogel in Nederland te zien is laag tot redelijk.
Vogeltrek en populatie
- Vogeltrek: een lange-afstandstrekker. Verlaat broedgebieden vanaf midden juli tot en met september. Ze broeden in Groenland, Canada en Siberië. Ze overwinteren in West-Europa.
- Broedparen: geen broedvogel in Nederland
- Overwinteraars: 11 000 tot 16 000
- Doortrekkers: 21 800 tot 44 000
- Deze informatie is afkomstig van sovon vogelonderzoek Nederland.
Deze soort is vergelijkbaar met:
Weetjes over deze vogel
- Tijdens de vlucht herken je de drieteenstrandloper aan de witte vleugelstreep.
- Behoort tot de familie van strandlopers en snippen.