De terekruiter is in Nederland een zeer zeldzame vogelsoort. Ze hebben een verenkleed met lichtgrijze bovendelen. Ze hebben oranje poten en een opvallende opgewipte snavel.
Kenmerken en specificaties Terekruiter
- Oranjegele poten
- Bovendelen lichtgrijs
- Jonge vogels: leigrijze bovendelen
- Zwarte schouderstrepen
- Steil voorhoofd
- Opgewipte snavel
- Is een dwaalgast
- Wettenschappelijke naam: Xenus cinereus
- Lengte: 22 tot 25 cm. Spanwijdte: 57 tot 59 cm
- Voedsel: muggen, zaden, weekdieren, kreeftachtigen, spinnen en wormen
- Geluid: zang alleen te horen in broedgebied, een serie stijgende trillers; roep een licht dalend, fel “TIE-lie-lie“.
Land van afkomst
- Komt zeldzaam voor in Nederland
- Broedt alleen in Finland, Wit-Rusland, Baltische staten en verder oostelijk
- Trekt in de winter naar Indische Oceaan, Rode Zee, Perzische Golf, en verder de kust van Namibië, Australië, Indonesië en Papua-Nieuw Guinea.