De grote burgemeester lijkt op een zilvermeeuw, maar mist de zwarte vleugelpunten. Ze hebben ook een iets lichtere gekleurde mantel dan de zilvermeeuw. Er zijn per leeftijdsgroep weer andere kenmerken, maar in alle groepen heeft de meeuw witte vleugeltoppen en geen zwart in het verenkleed.
Kenmerken en specificaties
- Kenmerken verschillen per leeftijdsgroep, maar alle met witte vleugeltoppen en zonder zwart.
- Volwassen vogels: lichtere mantel dan zilvermeeuw. In winterkleed: een zwaar gestreepte kop en nek.
- Jonge vogels: licht okerbruine kleur, egaal van onderen, gebandeerd op bovendelen.
- Snavel van alle kleden behalve adult is roze met zwarte punt.
- Wettenschappelijke naam: Larus hyperboreus
- Lengte: 64 tot 77 cm. Spanwijdte: 132 tot 142 cm
- Voedsel: eieren, vis, jonge vogels, schelpdieren en aas
- Eieren: meestal 2 tot 3 eieren per legsel
- Geluid: roep als zilvermeeuw, maar korter, meer staccato en soms grover.
Geluid Grote burgemeester
Broeden en leefgebied
- Broedperiode: broedt vanaf half mei tot en met half juni.
- Broedt plekken: het nest is een hoopje van zeewier, gras of mos. Het nest bevindt zich meestal in de buurt van nederzettingen en kolonies van meeuwen en ganzen.
- Eieren: een legsel per jaar, met meestal 2 tot 3 eieren.
- Broedduur: het duurt ongeveer 26 tot 30 dagen voordat de eieren uit komen.
- Uitgevlogen: jongen vogels zijn na 40 dagen vliegvlug.
- Leefgebied: komt in Nederland vooral voor aan de kust. In havens, pieren, strekdammen en soms in steden worden ze weleens waargenomen.
- Trefkans: de kans om deze vogel in Nederland te zien is zeer laag tot laag.
Vogeltrek en populatie
- Vogeltrek: overwinteren in gebieden zoals, de Britse eilanden, langs de rand van de Noordzee en sommige vogels vliegen naar Noord-Frankrijk.
- Broedparen: geen broedvogel in Nederland
- Overwinteraars: 5 tot 10
- Doortrekkers: 1 tot 100
- Deze informatie is afkomstig van sovon vogelonderzoek Nederland.