De bonte strandloper is een kleine strandloper soort. De vogel heeft opvallende zwarte poten en een zwarte snavel. In de zomer is de zwarte buikvlek ook een goed kenmerken.
Kenmerken en specificaties Bonte Strandloper
- Lange snavel, aan de punt iets omlaag gebogen
- Zwarte poten
- Zomerkleed: Zwarte buikvlek, oranje of roodbruine bovenzijde.
- Wettenschappelijke naam: Calidris alpina
- Lengte: ongeveer 16 tot 22 cm. Spanwijdte: 33 tot 40 cm
- Voedsel: insecten, vliegen, muggen, langpootmuggen, kevers, kokerjuffers, wespen, zaagwespen en haften. Ook spinnen, mijten, regenwormen, slakken en plantenmateriaal. Buiten de broedtijd vooral borstelwormen, mollusken, insecten, kreeftachtigen, schelpdieren, soms kleine visjes.
- Eieren: meestal 3 tot 4 eieren per legsel
- Geluid: Hees, benauwd trillertje.
Geluid Bonte strandloper
Broeden en leefgebied
- Broedperiode: vanaf eind april tot en met begin juli.
- Broedt plekken: nestelt op de grond, goed verborgen in de vegetatie. Het nest is bekleed met gras en blaadjes.
- Eieren: een legsel, met meestal 3 tot 4 eieren.
- Broedduur: ongeveer 20 tot 24 dagen.
- Uitgevlogen: na ongeveer 18 tot 24 dagen verlaten de jongen het nest.
- Leefgebied: vaak te vinden in de Waddenzee. Broedt in kwelders, toendra’s, natte heide, hoogvenen, en natte graslanden aan de kust.
- Trefkans: de kans om in Nederland deze vogel te zien is redelijk tot groot.
Vogeltrek en populatie
- Vogeltrek: najaarstrek in augustus tot en met november. Een deel overwintert in Nederland.
- Broedparen: 1
- Overwinteraars: 230 000 tot 430 000
- Doortrekkers: 370 000 tot 560 000
- Deze informatie is afkomstig van sovon vogelonderzoek Nederland.
Deze soort is vergelijkbaar met:
Weetjes
- Deze vogel staat op de rode lijst in de categorie verdwenen uit Nederland.
- Kent vele ondersoorten, zoals: alpina, schinzii en arctica
- Buiten de broedtijd is deze vogel nog al eens te verwarren met andere ondersoorten.