De orpheusspotvogel is in Nederland een zeldzame vogelsoort. Ze lijken sterk op de algemenere spotvogel, maar bij de orpheus ontbreekt de lichte vleugelbaan. De onderdelen zijn geel en de bovendelen meer groenig. Ze hebben ook een duidelijke gele streep bij het oog.
De oeverpieper wordt in Nederland voornamelijk in de winter waargenomen. Ze hebben donkere poten en een lange donkere snavel. De bovendelen zijn bruingrijs met een olijfkleurige tint en donkere strepen.
De overloper is een kleine steltloper die inderdaad vaak te vinden is bij oevers. Hij heeft korte groenige poten en een korte rechte snavel. De borst is grijsbruin en de witte krul omhoog op de zijborst is een goed kenmerk.
De noordse stormvogel heeft een grijswit verenkleed. Ze hebben een dik lichaam met een 'stierennek'. De snavel is kort en de vlucht is keilend en kantelend met stijve vleugelslagen.
De Noordse stern lijkt voornamelijk veel op de visdief. Ze hebben een rode snavel, maar die hebben meestal geen zwarte punt. Ze hebben een verenkleed wat iets grijzer is van onder dan bij de visdief.