Graszanger

De graszanger is een kleine zangvogel met een korte staart. Het verenkleed is zandkleurig en de mantel en kruin zijn gestreept. De snavel en de iris zijn licht van kleur. Het is een zeldzame vogelsoort in Nederland.

Kenmerken en specificaties Graszanger

  • Korte staart
  • Verenkleed zandkleurig
  • Gestreepte mantel en kruin
  • Uiteinde staart bevinden zich zwart-witte stippen
  • Lichte iris en snavel
  • Wettenschappelijke naam: Cisticola juncidis
  • Lengte: 10 cm
  • Voedsel: insecten, sprinkhanen, motten, eendagsvliegen, vlinders en juffers
  • Eieren: meestal 4 tot 6 eieren per legsel
  • Geluid: zang een hard, explosief en vrij scherp “tziep“, bijna altijd meerdere keren achter elkaar met een korte interval (0,6 – 1 seconde). Roep gelijk aan zang, maar niet herhaald.

Geluid Graszanger

Bron

Broeden en leefgebied

  • Broedperiode: broedt vanaf maart tot en met september.
  • Broedt plekken: mannetje bouwt een peervormig nest in meestal lage begroeiing. Het nest heeft een kleine opening aan de bovenkant.
  • Eieren: meestal 2 of 3 legsel per jaar, met ongeveer 4 tot 6 eieren per broedsel.
  • Broedduur: het duurt 11 tot 15 dagen voordat de eieren uit komen.
  • Uitgevlogen: de jongen kunnen vliegen na 11 tot 15 dagen. Ze worden daarna nog 10 tot 20 dagen doorgevoerd door het vrouwtje.
  • Leefgebied: voornamelijk te vinden in vlakke droge terreinen zonder bomen, maar met hoog gras. Ze broeden ook in graanvelden.
  • Trefkans: de kans om deze vogel in Nederland te zien is zeer laag tot laag.

Vogeltrek en populatie

  • Vogeltrek: grotendeels standvogel. Verplaatst zich alleen bij veranderingen in weer of habitat. Bijvoorbeeld bij het maaien van gras of droogte.

Deze soort is vergelijkbaar met:

Weetjes over de graszanger

  • Vanaf het jaar 1972 werd gedacht dat de graszanger zich als jaarlijkse broedvogel zou vestigen in Nederland. Strenge winters die rond 1985 volgde zorgde voor een einde aan de groei van deze vogel in ons land. In 2000 nam het aantal weer toe, maar de strenge winters rond 2010 zorgden weer voor dalende getallen.