Foto: Marcel Koelink

De grauwe vliegenvanger is voornamelijk te vinden in bosranden en open bossen. De vogel heeft dofgrijze bovendelen en de onderdelen zijn vuilwit van kleur. Hij heeft een donkere streping op het voorhoofd, keelzijden en borst.

Kenmerken en specificaties Grauwe Vliegenvanger

  • Bovendelen dofgrijs gekleurd
  • Onderdelen vuilwit
  • Donkere streping op voorhoofd, keelzijden en borst
  • Lange vleugels en staart
  • Geen verschil man en vrouw
  • Wettenschappelijke naam: muscicapa striata
  • Lengte: 13,5 tot 15 cm
  • Voedsel:  vliegende insecten zoals, vliegen, bijen, wespen, vlinders, kleinere libellen, juffers, maar ook kevers, spinnen
  • Eieren: meestal 4 tot 5 eieren per legsel
  • Geluid: zowel zang als roep niet echt expliciet; beiden klinken als een monotoon “tsiet“. Zang is frequenter herhaald en iets explosiever.

Geluid Grauwe vliegenvanger

Bron

Broeden en leefgebied

  • Broedperiode: broedt vanaf half mei tot en met soms half augustus.
  • Broedt plekken: bouwt een nesten in scheuren of grote hole bomen, in klimop tegen de stam en soms ook tegen schuttingen of gebouwen.
  • Eieren: een en soms twee nesten per jaar, met ongeveer 4 tot 5 eieren per legsel.
  • Broedduur: het duurt ongeveer 13 dagen voordat de eieren uit komen.
  • Uitgevlogen: de jongen vliegen na 12 tot 17 dagen uit. Ze worden hierna nog 12 tot 32 dagen doorgevoerd door hun ouders.
  • Leefgebied: voornamelijk te vinden in open loofbossen, gemengde bossen, bosranden, parkachtige gebieden en boerenerven.
  • Trefkans: de kans om deze vogel in Nederland te zien is zeer laag tot redelijk.

Vogeltrek en populatie

  • Vogeltrek: lange-afstandstrekker. Trekt weg vanaf augustus en overwintert dan langs de rand van westelijk Afrika en zuidelijker. Terugtrek begint eind februari.

Deze soort is vergelijkbaar met:

Weetjes over deze vogel

  • De vogel is vooral te vinden in bosrijke gebieden zoals e Veluwe, Utrechtse Heuvelrug, Achterhoek, Noordoost-Twente en West-Drenthe.
  • Soms ook in eendenkooien te vinden.