De groenling heeft helder groene tinten in zijn verenkleed. Het mannetje heeft ook opvallende gele randen bij de handpennen. Het vrouwtje is een stuk meer grijzig van kleur, maar heeft ook groen delen in het verenkleed.
Kenmerken en specificaties Groenling
- Mannetje: helder groen gekleurd, gele randen op hand- en staartpennen.
- Vrouwtje: grijzig-groen van kleur
- Beide een kegelvormige snavel
- Dikkere kop en lichaam dan andere vinkachtigen
- Jonge groenlingen: grijzer dan het vrouwtje en meer gestreept
- Wettenschappelijke naam: Chloris chloris
- Lengte: ongeveer 14,5 tot 16 cm.
- Voedsel: zaden, bessen en rozenbottels
- Eieren: meestal 4 tot 5 eieren per legsel
- Geluid: zang met kanarieachtige trillers en een nasaal “tsjwèèè…”.
Geluid Groenling
Broeden en leefgebied
- Broedperiode: broedt vanaf eind maart tot en met augustus.
- Broedt plekken: ze maken een mooi komvormig nest, meestal in dicht struikgewas of bomen.
- Eieren: meestal 2 legsel per jaar, met ongeveer 4 tot 5 eieren per broedsel.
- Broedduur: het duurt ongeveer 11 tot 14 dagen voordat de eieren uit komen.
- Uitgevlogen: na het uitvliegen blijven ze nog 2 tot 3 weken bij elkaar.
- Leefgebied: komt vooral voor in halfopen landschappen, in de bebouwde omgeving, bosranden en in bossen met veel open plekken.
- Trefkans: de kans om deze vogel in Nederland te zien is het hele jaar groot.
Vogeltrek en populatie
- Vogeltrek: zijn grotendeels standvogel in Nederland. Soms trekken ze naar Frankrijk en het Iberisch schiereiland. Ze trekken weg vanaf september tot eind november. Ze trekken naar hun broedgebied vanaf maar tot in mei.
- Broedparen: 58 000 tot 90 000
- Overwinteraars: 200 000 tot 400 000
- Doortrekkers: 200 000 tot 1 000 000
- Deze informatie is afkomstig van sovon vogelonderzoek Nederland.
Deze soort is vergelijkbaar met:
Weetjes over de groenling
- Tot in de tweede wereldoorlog werden groenlingen en vinken nog regelmatig gegeten. Dit blijkt uit kookboeken uit die tijd.