De groenpootruiter is een middelgrote steltloper met lange, groengrijze poten. De snavel is aan het einde licht opgewipt. De vogel is wit van onderen en grijs van boven.

Kenmerken en specificaties Groenpootruiter

  • Lange, groengrijze poten
  • Stevige snavel, loopt een beetje omhoog
  • Wit van onder
  • Grijs van boven
  • Wettenschappelijke naam: Tringa nebularia
  • Lengte: ongeveer 32 cm lang
  • Voedsel: insecten, kreeftachtigen, wormen, mollusken, amfibieën, visjes en heel soms knaagdieren
  • Eieren: meestal 4 eieren per legsel
  • Geluid: luid en explosief, driedelig.

Geluid Groenpootruiter

Bron

Broeden en leefgebied

  • Broedperiode: broedt vanaf eind april tot midden juni.
  • Broedt plekken: broedt op de grond in ondiep kuiltje.
  • Eieren: een legsel per jaar, met meestal 4 eieren.
  • Broedduur: het duurt ongeveer 24 dagen voordat de eieren uit komen.
  • Uitgevlogen: de jongen vogels vliegen uit na 25 tot 31 dagen.
  • Leefgebied: voornamelijk te vinden op open getijdengebied, wad, kwelders, kale oevers, sloten en ondergelopen grasland of bollenvelden.
  • Trefkans: de kans om deze vogel in Nederland te zien is laag tot groot in april tot en met september.

Vogeltrek en populatie

  • Vogeltrek: lange- afstandstrekker. Een klein deel overwintert in Europa, maar het grootste deel trekt door naar Afrika ten zuiden van de Sahara. Najaarstrek vanaf juli tot en met oktober. Voorjaarstrek vooral in april en mei,
  • Broedparen: geen broedvogel in Nederland
  • Overwinteraars: 20 tot 30
  • Doortrekkers: 6200 tot 11 000
  • Deze informatie is afkomstig van sovon vogelonderzoek Nederland.

Deze soort is vergelijkbaar met:

Weetjes over deze vogel

  • De soort is in Nederland vooral in de voorzomer en het najaar in ons land te zien. Ze zijn dan op doortrek naar hun broed- of overwinteringsgebied.