Man
vrouw

De grasmus lijkt op de braamsluiper, maar heeft een opvallende witte keel en een lichtere grijze kopkap. Het verenkleed en de poten zijn roetsoranje van kleur. Het mannetje heeft een roze borst en grijze kopkap.

Kenmerken en specificaties Grasmus

  • Witte keel
  • Licht grijze kopkap
  • Roestoranje verenkleed
  • Poten oranje
  • Mannetje: roze borst en grijze kopkap
  • Wettenschappelijke naam: Sylvia communis
  • Lengte: 14 cm
  • Voedsel: insecten, zoals rupsen en spinnen. Ook soms vruchten.
  • Eieren: meestal 4 tot 5 eieren per legsel
  • Geluid: zang is kenmerkend, op en neer gaand riedeltje, tamelijk scherp en krassend. Zit veel variatie in. Roep onder meer een karakteristiek hees “tsjèrrr“.

Geluid Grasmus

Bron

Broeden en leefgebied

  • Broedperiode: broedt vanaf eind april tot in juni.
  • Broedt plekken: het mannetje bouwt de nesten en het vrouwtje kiest uiteindelijk het mooiste nest uit.
  • Eieren: meestal 2 broedsel per jaar, met ongeveer 4 tot 5 eieren per legsel.
  • Broedduur: het duurt ongeveer 9 tot 14 dagen voordat de eieren uit komen.
  • Uitgevlogen: de jongen vliegen na 10 tot 12 dagen uit. Ze worden daarna nog wel 15 tot 20 dagen doorgevoerd door hun ouders.
  • Leefgebied: voornamelijk te vinden in duinen, heide, jonge bosaanplant, parken en boerenland.
  • Trefkans: de kans om deze vogel in Nederland te zien is zeer laag tot groot in mei en juni.

Vogeltrek en populatie

  • Vogeltrek: is een lange-afstandstrekker. De vogels overwinteren in het zuiden van de Sahara. Voornamelijk in de Sahel van Senegal tot Ethiopië. Ook in Tanzania, Zambia, Zimbabwe en Botswana. Trekt vanaf augustus tot en met september naar overwinteringsgebied. Trekt terug vanaf half april tot half mei.

Deze soort is vergelijkbaar met:

Weetjes over de grasmus

  • Deze vogel wordt ook wel ‘krasmus’ genoemd, door het krassende geluid wat hij tijdens de zang laat horen.
  • Het mannetje bouwt enkele nesten. Het vrouwtje kiest een van de nesten uit of bouwt een eigen nest als geen van de nesten bevalt.