De grote gele kwikstaart heeft zwarte vleugels en een grijze mantel. De stuit is groengeel van kleur en ze hebben bruinroze poten. De mannetjes hebben in zomerkleed een opvallend gele borst.
Kenmerken en specificaties Grote gele kwikstaart
- Vleugels zwart
- Mantel grijs
- Stuit groengeel
- Witte oog en mondstreep
- Bruinroze poten
- Lange dunne staart
- Mannetjes: gele borst, heldergele onderzijde. Broedtijd: zwarte kin en keel, die is bij vrouwtjes lichter.
- Vrouwtjes: alleen de onderzijde is geel gekleurd
- Jonge vogels: lijkt op volwassen vogel in winterkleed, maar heeft een bruine zweem op de borst.
- Wettenschappelijke naam: Motacilla cinerea
- Lengte: 17 tot 20 cm
- Voedsel: insecten, spinnen, vlokreeftjes en kleine slakjes. Als insecten worden met name vliegen, muggen, kokerjuffers, haften, steenvliegen en kevers.
- Eieren: meestal 4 tot 6 eieren per legsel
- Geluid: roep hoog en scherp “tzip” of “tzi-dip“, lijkt op witte kwikstaart, maar harder en metaliger.