De boomklever is vaak (zoals de naam al zegt) op bomen te vinden. Het is een opvallend vogeltje met een blauwe rug, vleugels, staart en kop. De borst is oranje/ roestbruin van kleur. De pootjes zijn kort met lange nagels.
Kenmerken en specificaties
- Rug, vleugels, staart en kop zijn blauw gekleurd
- Borst en buik oranje/ roestbruin van kleur
- Korte poten, met lange nagels
- Spitse dunne snavel
- Wettenschappelijke naam: Sitta europaea
- Lengte: ongeveer 12 tot 14,5 cm
- Voedsel: insecten, zaden, noten
- Eieren: meestal 6 tot 9 eieren per broedsel
- Geluid: Vaak luidruchtig. Luide fluittonen en trillers. Ook kenmerkende, stuiterende roepjes en hoge piep-tonen.
Broeden en leefgebied
- Broedperiode: vanaf april
- Broedt plekken: in oude spechtennesten of in nestkasten.
- Eieren: meestal 1 en soms 2 legsels per jaar. Met ongeveer 6 tot 9 eieren per broedsel.
- Nest: de bodem van het nest wordt bedekt met schilfers dennenschors en dode blaadjes.
- Leefgebied: oudere bossen met loofbomen met veel stamoppervlakte en enkele open plekken.
- Trefkans: deze vogel is het hele jaar door redelijk te vinden in Nederland.
Vogeltrek en populatie
- Vogeltrek: ze blijven het hele jaar in hun territorium en trekken dus niet weg.
- Broedparen: 34 000 tot 42 000
- Overwinteraars: 90 000 tot 110 000
- Doortrekkers: geen doortrekkers
- Deze informatie is afkomstig van sovon vogelonderzoek Nederland.
Geluid
Weetjes over deze vogel
- Ze hakken of metselen hun nestopening precies op maat met modder, zodat er geen andere vogelsoorten naar binnen kunnen komen.
- Ze leggen voedselvoorraden aan waarbij ze elk item apart verstoppen. Onderzoek heeft aangewezen dat ze de exacte locatie van de verstopplekken tot 30 dagen kunnen onthouden.
- Ze zijn standvogels, maar als de oogst van beukennootjes mislukt, duiken ze in het najaar vaak ook in tuinen op.