De bladkoning is een kleine zangvogel uit de familie Phylloscopidae. De vogel is een lange afstands-trekker en komt vooral in gebieden in Azië voor. Hij is vaak tussen goudhaantjes te vinden, waardoor het onderscheiden van deze soorten lastig is.
Kenmerken en specificaties Bladkoning
- Mosgroen van kleur
- Twee gelige vleugelstrepen
- Gele wenkbrauwstreep
- Vuilwitte buik
- Bleekroze poten
- De vogel is vaak in het gezelschap van goudhaantjes te vinden. Dit maakt het onderscheiden van deze 2 soorten moeilijker.
- Wettenschappelijke naam: Phylloscopus inornatus
- Lengte: ongeveer 10 tot 11 cm
- Voedsel: ongewervelden, zoals springstaarten, vliegen, bladluizen, krekels, spinnen
- Geluid: Roep een scherp “TSJIE-oeWIET!”
Geluid Bladkoning
Broeden en leefgebied
- Broedperiode: broedt in Juni tot juli.
- Broedt plekken: op de grond, onder boomwortels of rottend hout.
- Eieren: heeft meestal een legsel, met 2 tot 4 eieren. Soms een uitzondering met 7 eieren.
- Broedduur: 11 tot 14 dagen.
- Uitgevlogen: na ongeveer 12 tot 13 dagen zijn ze uitgevlogen.
- Leefgebied: in Nederland te vinden in gemengd- en loofbos. Langs de kust, maar ook in parken en tuinen.
- Trefkans: de kans om in Nederland een bladkoning te zien is zeer klein.
Vogeltrek en populatie
- Vogeltrek: in Nederland een trekvogel van september tot eind oktober. De bladkoning is een lange-afstandtrekker. Trekt van Rusland naar Zuidoost-Azië en Taiwan.
- Broedparen: broedt niet in ons land.
- Overwinteraars: 1 tot 2
- Doortrekkers: 100 tot 500 vogels
- Deze informatie is afkomstig van sovon vogelonderzoek Nederland.
Weetjes
- De bladkoning behoort tot de familie van boszangers.
- Het feit dat bladkoningen zo regelmatig en in hoge aantallen richting het westen trekken is opmerkelijk, omdat de gebruikelijke overwinteringsgebieden op meer dan 7000 km afstand liggen. Ze leggen dan ook zeer grote afstanden af.
- De soort is nog steeds zeldzaam, maar wordt jaarlijks wel enkele keren waargenomen in Nederland.