Duinpieper

De duinpieper valt niet snel op door zijn zandkleurig verenkleed. De buik en borst zijn vuilwit van kleur. Het onderscheid tussen andere piepers is makkelijk te herkennen, doordat de duinpieper het meest zandkleurig is.

Kenmerken en specificaties Duinpieper

  • Verenkleed is zandkleurig licht grijsbruin
  • Buik en borst vuilwit
  • Jonge vogels: gestreepte rug en mantel. En heeft een donkere teugel en kortere staart dan de grote pieper
  • Wettenschappelijke naam: Anthus campestris
  • Lengte: ongeveer 16,5 tot 17 cm.
  • Voedsel:  insecten zoals sprinkhanen, krekels, termieten, juffers en vlinders. 
  • Eieren: meestal 3 tot 6 eieren
  • Geluid: roep lijkt op een huismus, maar wat ijler en scheller. Roep is zachter, minder explosief en minder rauw dan van grote pieper; er zit ook een “L”-klank in.

Geluid Duinpieper

Bron

Broeden en leefgebied

  • Broedperiode: broedt vanaf half mei.
  • Broedt plekken: het nest is een kommetje van gras of droge plantdelen. Het nest wordt gemaakt op de grond, meestal in een graspol.
  • Eieren: vaak 2 legsel per jaar, met ongeveer 3 tot 6 eieren per legsel.
  • Broedduur: het duurt ongeveer 11 tot 14 dagen voordat de eieren uit komen.
  • Uitgevlogen: de jongen vliegen uit na 13 tot 14 dagen. Ze worden hierna nog 4 tot 5 weken doorgevoerd.
  • Leefgebied: komt vooral voor in duinen, grassteppe, stuifzanden, heide en schrale zandige akkers.
  • Trefkans: de kans om deze vogel in Nederland te zien is zeer laag tot laag.

Vogeltrek en populatie duinpieper

  • Vogeltrek: is een lange-afstandstrekker. Trekt in het najaar in etappes naar Afrika. Trekt vanaf half augustus tot en met september weg. Trekt terug vanaf april tot en met mei.

Deze soort is vergelijkbaar met:

Weetjes over deze vogel

  • Rond 1900 was de duinpieper een schaarse maar voorkomende broedvogel in Nederland. Door bosaanplant en menselijke bemoeienis met de ‘woest gronden” nam het aantal broedparen flink af.