De graspieper is een van de meest algemeenste pieper soorten van Nederland. Het is een klein vogeltje met een gestreept verenkleed. De snavel is vrij dun en de oogring is opvallend.
Kenmerken en specificaties Graspieper
- Kleine vogel
- Gestreept
- Dunne snavel
- Opvallende oogring, lichte oogstreep
- Wettenschappelijke naam: Anthus pratensis
- Lengte: ongeveer 14 tot 15 cm.
- Voedsel: insecten, spinnen, andere geleedpotigen zoals langpootmuggen
- Eieren: meestal 4 tot 5 eieren per legsel
- Geluid: zang, vaak in zangvlucht voorgedragen, een hoge reeks aflopende tonen. Roep een hoog ‘psiep-psiep!‘.
Geluid Graspieper
Broeden en leefgebied
- Broedperiode: broedt vanaf eind maart tot en met augustus.
- Broedt plekken: nestelt op de grond, meestal goed verborgen tussen de vegetatie.
- Eieren: meestal 2 legsel per jaar, met ongeveer 4 tot 5 eieren per legsel.
- Broedduur: het duurt ongeveer 13 dagen voordat de eieren uit komen.
- Uitgevlogen: de jongen vliegen uit na ongeveer 13 dagen. Ze worden daarna nog 12 tot 14 dagen doorgevoerd door de ouders.
- Leefgebied: voornamelijk te vinden in open duin, heide, kwelders en open hoogveengebied. Buiten de broedtijd ook in graslanden, duinvalleien en akkers.
- Trefkans: de kans om deze vogel in Nederland te zien is redelijk tot groot.
Vogeltrek en populatie
- Vogeltrek: Nederlandse vogels trekken weg naar Zuidwest-Europa. De voorjaarstrek naar het broedgebied begint al vanaf eind februari. Vanaf eind september trekken de vogels naar hun overwinteringsgebied.
- Broedparen: 62 000 tot 90 000
- Overwinteraars: 20 000 tot 50 000
- Doortrekkers: 50 000 tot 200 000
- Deze informatie is afkomstig van sovon vogelonderzoek Nederland.
Deze soort is vergelijkbaar met:
Weetjes over de graspieper
- In de winter zijn er in Nederland vooral graspieper uit Scandinavië te zien.
- Lijkt op de boompieper, maar de zang verschilt sterkt tussen de twee soorten. De flanken zijn bij de boompieper ook heel dun gestreept.