De grauwe gors heeft grijsbruin gestreepte bovendelen en de onderdelen zijn beigewit met donkere strepen. De oogring is licht van kleur en de snavel is rozegeel. De kop is in verhouding vrij groot.

Kenmerken en specificaties Grauwe gors

  • Bovendelen grijsbruin gestreept
  • Onderdelen beigewit met donkere strepen
  • Lichte oogring
  • Rozegele snavel
  • Wettenschappelijke naam: Emberiza calandra
  • Lengte: 16 tot 19 cm
  • Voedsel: vlinders, spinnen, duizendpoten, slakken, wormen, (on)kruidachtigen, tarwe, haver en gerst.
  • Eieren: meestal 4 tot 5 eieren per legsel
  • Geluid: zang is zeer kenmerkend geluid dat doet denken aan ‘rammelende sleutelbos’. Roep een metalig “plit“, ook een korter “tzit-tzit“.

Geluid Grauwe gors

Bron

Broeden en leefgebied

  • Broedperiode: broedt vanaf begin mei tot en met half juli.
  • Broedt plekken: bouwt een nest op of net boven de bodem tussen kruiden.
  • Eieren: een legsel per jaar, met meestal 4 tot 5 eieren per legsel.
  • Broedduur: het duurt ongeveer 11 tot 13 dagen voordat de eieren uit komen.
  • Uitgevlogen: de jongen vliegen na 12 dagen ongeveer uit en worden tot dag 26 doorgevoerd.
  • Leefgebied: komt voornamelijk voor in akkers, graslanden, cultuurlandschappen en ruderale terreinen.
  • Trefkans: de kans om deze vogel in Nederland te zien is zeer laag tot laag.

Vogeltrek en populatie

  • Vogeltrek: grotendeels standvogel in Noordwest-Europa. Soms zwervende groepen door temperatuurschommelingen in de winter.

Deze soort is vergelijkbaar met:

Weetjes over de grauwe gors

  • Waarschijnlijk was deze vogel vroeger een veel voorkomende vogel in Nederland, maar sinds de jaren zeventig is het aantal erg afgenomen in Nederland.