De grote zilverreiger is een grote witte reiger. Hij heeft een lange gele snavel en de poten zijn zwart van kleur. In de broedtijd kleuren de poten rood en de snavel wordt dan zwart van kleur.
Kenmerken en specificaties Grote Zilverreiger
- Witte reiger
- Lange gele snavel
- Zwarte poten
- Broedtijd: poten rood en snavel zwart van kleur
- Wettenschappelijke naam: Ardea alba
- Lengte: ongeveer 80 tot 102 cm. Spanwijdte: 140 tot 170 cm
- Voedsel: vis, kikkers, muizen, kleine vogels en mollen
- Eieren: meestal 3 tot 4 eieren per legsel
- Geluid: vooral in het broedseizoen een rollend “krraahh“.
Geluid Grote zilverreiger
Broeden en leefgebied
- Broedperiode: broedt vanaf april tot en met juni.
- Broedt plekken: broedt voornamelijk in kolonies. Ze bouwen hun nest van overjarig riet of ze gebruiken wilgen om een nest van te bouwen.
- Eieren: een legsel met meestal 3 tot 4 eieren.
- Broedduur: het duurt 25 tot 26 dagen voordat de eieren uit komen.
- Uitgevlogen: de jongen zijn na 40 tot 46 dagen volledig volgroeid.
- Leefgebied: tijdens broedtijd vooral te vinden in rietmoerassen en ooibossen. Tijdens de winter is hij in Nederland veel meer te zien en dan vooral in weilanden en sloten.
- Trefkans: vrij algemeen
Vogeltrek en populatie
- Vogeltrek: grote aantallen zilverreigers van Europa overwinteren in Nederland.
- Broedparen: 365 tot 395
- Overwinteraars: 4900 tot 9500
- Doortrekkers: 5800 tot 12 300
- Deze informatie is afkomstig van sovon vogelonderzoek Nederland.
Deze soort is vergelijkbaar met:
Weetjes over deze vogel
- De grote zilverreiger stierf in de 19e eeuw bijna uit, omdat hoedenmakers dolgraag de witte veren wilden hebben. De veren waren twee keer hun gewicht in goud waard.