koperwiek

De koperwiek heeft een bruine rug en heeft een roomwitte wenkbrauwstreep boven het oog. Ze hebben een gespikkelde borst met aan de zijkant een opvallende koper kleur.

Kenmerken en specificaties Koperwiek

  • Bovendelen bruin
  • Onderdelen wit
  • Ondervleugeldekveren zijn donkerrood
  • Roomwitte wenkbrauwstreep
  • Witte mondstreep
  • Gespikkelde borst
  • Opvallende koperachtige/oranje kleur aan de zijkant van de borst.
  • Wettenschappelijke naam: Turdus iliacus
  • Lengte: ongeveer 19 tot 23 cm.
  • Voedsel: in de winter voornamelijk wormen, bessen en zaden en tijdens de broedperiode vooral insecten, wormen en slakken.
  • Geluid: roep in vlucht hoog, scherp “psrieee….“, in zit kort “tsjuk“. Zang met kenmerkend op en neer gaand “turie-turie-turie-turie-tuur…“.

Geluid Koperwiek