In het weekend van 27, 28 en 29 januari was de 20ste editie van de Nationale tuinvogeltelling. Uiteraard hebben we dit jaar ook weer meegedaan met de telling. Dit keer samen met visite tijdens het vieren van de verjaardag van mijn moeder. We hadden op diverse plekken in de tuin wat voer gestrooid en een paar voedersilo’s opgehangen. Dit zorgde voor een grote diversiteit aan vogelsoorten, die tijdens een halfuurtje tellen voorbij kwamen.
We begonnen de telling om circa 12.36 en op dit tijdstip was alleen een vrouwtje merel in onze tuin aanwezig. Ze was aan het genieten van kruimels, die bij ons in de tuin lagen. Toen kwam er al snel een koolmees naar de voedersilo gevlogen. De pimpelmees volgde hierna ook snel en het begon inmiddels al gezellig druk te worden in onze tuin. Daarna kwam er een roodborstje aangevlogen dat landde op een van onze vuilnisbakken. Op deze vuilnisbak hadden we ook wat vogelzaad neergelegd. Het grappige was dat er al snel een tweede roodborst kwam aangevlogen, die ook wel een lekker hapje wilde. Best opvallend. We hebben normaal gesproken altijd een roodborstje bij ons in de tuin, maar twee roodborsten tegelijk zien we niet vaak. Mogelijk een mannetje en een vrouwtje? Wat zou dat leuk zijn als we in het voorjaar mini roodborstjes in onze tuin hebben.
Het was nog duidelijk niet afgelopen met de drukte in onze tuin, want er volgde nog meer vogels. De heggenmus, vinken, huismus, ekster en kauw kwamen ook nog langs in onze tuin. De ekster zorgde ervoor dat de andere vogels verdwenen, maar dat vond ik niet erg. Het halfuurtje tellen was een groot succes dit jaar! Alleen de winterkoning kon ik niet op het lijstje schrijven, maar die hadden we voor de start van onze telling al in de tuin gehad.
Bij het tellen van de vogels in uw tuin is het belangrijk om alleen het hoogste aantal vogels van een soort te tellen, want anders kunnen er mogelijk dubbeltellingen ontstaan. De uitslagen van de Nationale tuinvogeltelling kunt u bekijken op de website van Vogelbescherming.