Bij aankomst zag ik al een hele grote groep rotganzen zitten, die hun eigen naam aan het roepen waren (‘rrró…rrró). Rotganzen hebben een zwarte kop en hals met een witte halsvlek. Ik was erg blij met deze mooie ganzensoort, die ik ook nog nooit eerder had waargenomen. Naast de rotganzen waren er ook veel tureluurs, bonte strandlopers, kluten, smienten, wintertalingen, bergeenden, slobeenden bij het Wagejot te zien. Tot mijn grote verbazing ontdekt ik ook nog een lepelaar tussen al deze vogels!
Zeldzame ringsnaveleend in Heerhugowaard bij het Park van Luna. Een dwaalgast afkomstig uit Noord-Amerika met wel een hele mooie snavel.
Op 3 maart zat de koereiger nog altijd in de Bergermeerpolder toen we weer eens een fietsrondje in dit gebied maakte. De koereiger lijkt het erg naar zijn zin te hebben daar, want hij zit inmiddels al ruim 2 maanden op deze plek. We zouden hem al bijna een vaste gast kunnen gaan noemen.
Eind januari werd er al enkele keren een koereiger gemeld in de Bergermeerpolder. Hij werd nogal onregelmatig waargenomen en bleek vaak ver weg in een weiland te zitten. Ik had toen nog niet de tijd gehad om ook even naar deze plek te gaan, maar in begin februari werd hij weer herontdekt en kon ik voor het eerst in mijn leven een koereiger bewonderen.
In Februari werd voor het eerst in Nederland een zeer zeldzame Pacifische of Sibersiche waterpieper ontdekt. De vogel was neergestreken langs de N217 bij 's- Gravendeel. Hieronder volgt een artikel van het AD over deze bijzonder ontdekking.