De gele kwikstaart en andere kwikstaarten staan bekend om hun wippende staart. Het mannetje gele kwikstaart heeft een opvallende gele keel en borst. Het vrouwtje is een stuk minder opvallend en heeft nauwelijks een gele borst.
Kenmerken en specificaties Gele Kwikstaart
- Mannetje: gele keel en borst, vrouwtje heeft dit niet of nauwelijks.
- Blauwgrijze kop
- Witte wenkbrauwstreep
- Gele en olijfgroene onderdelen
- Spitse snavel
- Wettenschappelijke naam: Motacilla flava
- Lengte: ongeveer 15 tot 16 cm.
- Voedsel: insecten, kevers, vliegen, muggen, wantsen en cicaden
- Eieren: meestal 4 tot 6 eieren per legsel
- Geluid: hoog, enkelvoudig, oplopend tswie. Zang een triller.
Geluid
Broeden en leefgebied
- Broedperiode: broedt vanaf eind april tot in juli.
- Broedt plekken: nestelt goed verstopt op de grond.
- Eieren: meestal 1 of 2 legsel, met ongeveer 4 tot 6 eieren per legsel.
- Broedduur: het duurt ongeveer 12 tot 14 dagen voordat de eieren uit komen.
- Uitgevlogen: de jonge vogel vliegen na 10 tot 13 dagen uit.
- Leefgebied: komen vooral voor in boerenland, hooiland, weiland, akkers en in de buurt van bollenvelden.
- Trefkans: de kans om deze vogel in Nederland te zien is zeer laag tot groot in april en mei.
Vogeltrek en populatie
- Vogeltrek: Trekken via Frankrijk en Iberisch schiereiland naar Afrika. Trekken naar Afrika vanaf augustus tot september. Trekken terug naar Nederland vanaf maart tot in mei.
- Broedparen: 42 000 tot 74 000
- Overwinteraars: 1 tot 5
- Doortrekkers: 10 000 tot 50 000
- Deze informatie is afkomstig van sovon vogelonderzoek Nederland.
Deze soort is vergelijkbaar met:
Weetjes over deze vogel
- Ze hebben een onstuimige balts. Het mannetje vliegt met trillende veren boven het vrouwtje of loopt om het vrouwtje heen.