De kievit is een onmiskenbare weidevogel met zijn opvallende kuif. De kievit heeft op de rug een groen paarse metaalglans. Het vrouwtje heeft een kortere kuif en spitsere vleugels dan het mannetje.

Kenmerken en specificaties Kievit

  • Zwart-witte onderzijde
  • Opvallende kuif
  • Op rug groen paarse metaalglans
  • Vrouwtje: Kortere kuif, spitsere vleugels dan het mannetje.
  • Wettenschappelijke naam: Vanellus vanellus
  • Lengte: ongeveer 28 tot 31 cm. Spanwijdte: 82 tot 87 cm
  • Voedsel: regenwormen, insecten, larven, spinnen, en slakjes
  • Geluid: snijdend en scherp. Aan de ‘zang’ die de kievit laat horen, heeft hij zijn naam te danken. Ook de vleugels maken een opvallend geluid.

Geluid Kievit

Broeden en leefgebied

  • Broedperiode: broedt vanaf begin maart tot in juni.
  • Broedt plekken: nest is een kuiltje op de grond, bekleed met strootjes.
  • Eieren: een of twee legsel per jaar, met meestal 4 eieren per legsel.
  • Broedduur: het duurt 26 tot 29 dagen voordat de eieren uit komen.
  • Uitgevlogen: jongen vogels vliegen na 35 tot 40 dagen uit.
  • Leefgebied: leeft in open landschappen. Voornamelijk te vinden in agrarisch gebied, graslanden, polders en kwelders. Kleine aantallen soms te vinden in de duinen, natte heide en hoogveen.
  • Trefkans: algemeen

Vogeltrek en populatie

  • Vogeltrek: Tijdens zachte winters overwinteren veel kieviten in Nederland. Bij vorst trekken grote aantallen naar Engeland en Frankrijk. Trek in oktober- november en in februari-maart. Noordelijke broedgebieden worden meestal wel geheel verlaten.
  • Broedparen: 89 000 tot 130 000
  • Overwinteraars: 240 000 tot 340 000
  • Doortrekkers: 350 000 tot 760 000
  • Deze informatie is afkomstig van sovon vogelonderzoek Nederland.