Er zijn veel soorten vogels, maar welke vogelsoorten kunt u nou eigenlijk in uw eigen tuin tegen komen? In dit vogelweetje vertel ik welke 10 vogelsoorten er het meest in de Nederlandse tuinen voorkomen. Hierdoor herkent u voortaan elke vogel, die in uw tuin voorbij komt huppen.
Vogels in de tuin
Op nummer 1 van de lijst staat de huismus. Het mannetje heeft een grijs petje met roodbruine zijden. Het verenkleed heeft veel grijzige onderdelen. Het vrouwtje heeft een voornamelijk lichtbruin verenkleed en ze heeft een duidelijke wenkbrauwstreep achter het oog. Het mannetje heeft een donkergrijze kegelsnavel, terwijl het vrouwtje een meer gelige snavel heeft.
De volgende soort op de lijst is de koolmees. Deze mees is vooral goed te herkennen aan zijn ‘stropdas’. Dit is de zwarte streep, die over de buik loopt. Verder zijn de witte wangen en de mosgroene bovenzijde opvallende kenmerken. Het is de enige mezensoort waarvan de buitenste staartpennen wit zijn. Dit is vooral goed te zien tijdens de vlucht.
Inderdaad de merel mag niet ontbreken in de top 3. Het mannetje is geheel zwart met een geel of oranje achtige snavel. Het verenkleed van het vrouwtje is volledig bruin en ze heeft een donkere snavel. De juveniele vogels lijken erg op het vrouwtje, maar hebben vaak een nogal donzig verenkleed.
De pimpelmees lijkt misschien een beetje op de eerder genoemde koolmees, maar er zijn echter duidelijke verschillen. De pimpelmees heeft namelijk een licht blauw ‘petje’ en heeft geen stropdas. Ook heeft hij een zwarte oogstreep en een zwartblauwe kinvlek. De vleugels zijn ook meer blauwig dan bij de koolmees.
Op nummer 5 staat de vink. Het mannetje heeft in het prachtkleed een blauwgrijs petje. De borst en wangen zijn opvallend oranjerood van kleur. Het vrouwtje is een stuk minder opvallend en wordt vaak als vrouwtje huismus gezien. Het vrouwtje vink is goed te onderscheiden van vrouw huismus, door de opvallende witte vleugelstrepen.
De daaropvolgende soort heeft een zwartgrijs verenkleed en een lichtgrijze nek. Het is de kauw met zijn opvallende lichte iris. Hij heeft een stevige, relatief korte donkere snavel. Ze hebben een kenmerkende ‘ka!’ roep.
Op nummer 7 staat de grootste duif van Nederland, inderdaad het gaat om de houtduif. Deze duif heeft een brede roze borst en een witte vlek in zijn nek. Tijdens de vlucht zijn de witte vleugelstrepen ook een goed kenmerk, wat de soort van andere duiven onderscheid. Jongen houtduiven hebben nog niet de opvallende witte halsvlek.
Op plaats 8 staat een hele intelligente vogel met een onmiskenbaar zwart-wit verenkleed. Het is de ekster die opvalt met zijn prachtige groen-paarse-blauwige gloed over zijn verenkleed. De vogel heeft een donkere stevige snavel en de poten zijn ook donker.
De Turkse tortel is de tweede duivensoort, die veel in onze tuinen te vinden is. Het verenkleed is beigegrijs met een zwart-witte nekband. Tevens hebben ze een opvallende rode iris en hebben geen witte onderdelen in het verenkleed, wat de eerdergenoemde duif wel heeft. Een leuk ezelsbruggetje om het geluid van de Turkse tortel te onthouden is ‘I Love You‘
De laatste soort in de top 10 is het roodborstje. Het is een klein bruin vogeltje met kenmerkende rode borst. Ze hebben een lichte onderbuik. De jonge vogels hebben een lichtbruin verenkleed met allemaal spikkels. Het roodborstje heeft een opvallend tikkende roep, maar kan ook heel mooi zingen.
