De hop is een opvallende vogel met een rozebruin verenkleed. De vleugels zijn zwart-wit gebandeerd. De snavel is lang en iets omlaag gebogen. Hij richt zijn kuif op als hij opgewonden is of als hij bijvoorbeeld ergens van schrikt.
De veldleeuwerik heeft een lichtbruin verenkleed en een gestreepte borst en bovendelen. Ze hebben een witte buik en korte kuif. De zang is zeer gevarieerd en is daarmee ook een goed herkenningspunt.
De ijsvogel is een prachtig vogeltje om te zien met zijn blauworanje verenkleed. Het vrouwtje is goed van het mannetje te onderscheiden door haar oranje ondersnavel, die het mannetje niet heeft.
De boomklever is vaak (zoals de naam al zegt) op bomen te vinden. Het is een opvallend vogeltje met een blauwe rug, vleugels, staart en kop. De borst is oranje/ roestbruin van kleur. De pootjes zijn kort met lange nagels.
De koolmees is een hele algemene tuinvogel in Nederland. Ze hebben een gele buik met een verticale zwarte streep, die ook wel de 'stropdas' wordt genoemd. Het verenkleed is mosgroen met witte streep en blauwgrijze vleugels.