Zomerkleed
winterkleed

De goudplevier is een goudbruin gespikkeld pleviertje. De ondervleugels zijn wit en de ogen zijn in verhouding best groot. In zomerkleed heeft de vogel zwart aan de onderzijde en ook een zwarte hals.

Kenmerken en specificaties Goudplevier

  • Goudbruin gespikkeld
  • Witte ondervleugels
  • Groot oog
  • Korte snavel
  • In zomerkleed: zwart aan de onderzijde en hals
  • Wettenschappelijke naam: Pluvialis apricaria
  • Lengte: ongeveer 25 tot 28 cm. Spanwijdte: 67 tot 76 cm
  • Voedsel: wormen, ongewervelde dieren en soms ook bessen
  • Eieren: meestal 4 eieren per legsel
  • Geluid: Klaaglijk en melancholiek gefluit.

Geluid

Bron

Broeden en leefgebied

  • Broedperiode: broedt vanaf eind maart tot eind juli.
  • Broedt plekken: het nest is een kuiltje in de grond, bekleed met plantenmaterialen. Ze broeden graag op hellingen.
  • Eieren: een legsel per jaar met meestal 4 eieren.
  • Broedduur: het duurt 27 tot 31 dagen voordat de eieren uit komen.
  • Uitgevlogen: de jongen vogels vliegen na 25 tot 42 dagen na het uitkomen uit.
  • Leefgebied: voornamelijk te vinden in oude graslanden met kort gras, kale akkers en wadplaten.
  • Trefkans: de kans om deze vogel in Nederland te zien is laag tot groot in oktober tot en met maart.

Vogeltrek en populatie

  • Vogeltrek: trekt vanaf augustus naar West- en Zuidwest- Europa. Soms ook naar Zuid-Europa of Noord-Afrika. Trekken terug in maart en april. De vogel is in Nederland vooral vanaf oktober tot en met maart te zien.
  • Broedparen: geen broedvogel in Nederland
  • Overwinteraars: 75 000 tot 110 000
  • Doortrekkers: 160 000 tot 200 000
  • Deze informatie is afkomstig van sovon vogelonderzoek Nederland.

Deze soort is vergelijkbaar met:

Weetjes over de goudplevier

  • De beste plekken om ze te zien zijn het Waddengebied en open boerenland. Ook Texel, Friesland en Waterland zijn goede plekken.
  • Ze zoeken voedsel op een typische plevierenmanier. Ze lopen, staan stil en pikken enzovoorts.