De grauwe gans is een bruingrijze gans met oranjeroze snavel en poten. De hals en kop zijn iets lichter gekleurd dan het lichaam.
Kenmerken en specificaties Grauwe gans
- Bruingrijzige gans
- Hals en kop iets lichter dan lichaam
- Snavel en poten oranjeroze
- In vlucht, lichtgrijze voorvleugels zijn er opvallend.
- Wettenschappelijke naam: Anser anser
- Lengte: ongeveer 76 tot 89 cm. Spanwijdte: 147 tot 180 cm
- Voedsel: gras, plantenwortels, zaden, en oogstresten van mais, aardappels etc.
- Eieren: meestal 4 tot 6 eieren per legsel
- Geluid: luid en nasaal, het typische ganzengeluid. Lijkt op dat van boerengans.
Geluid Grauwe Gans
Broeden en leefgebied
- Broedperiode: broedt vanaf april tot en met juni.
- Broedt plekken: broedt meestal in de buurt van soortgenoten in een losse kolonie.
- Eieren: een legsel per jaar, met meestal 4 tot 6 eieren per broedsel.
- Leefgebied: leven voornamelijk in gebieden waar water en open gebieden te vinden zijn. Ze overwinteren vooral op boerenland, meren, uiterwaarden, en grote natte natuurgebieden.
- Trefkans: de kans om deze vogel in Nederland te zien is het hele jaar door groot.
Vogeltrek en populatie
- Vogeltrek: Nederland is voor de gans vooral een overwinteringsgebied, maar tegenwoordig blijft de gans steeds meer jaarrond in ons land.
- Broedparen: 100 000 tot 165 000
- Overwinteraars: 510 000 tot 580 000
- Doortrekkers: 490 000 tot 570 000
- Deze informatie is afkomstig van sovon vogelonderzoek Nederland.
Deze soort is vergelijkbaar met:
Weetjes over de grauwe gans
- Veertig jaar geleden was de gans nog een zeldzame broedvogel in Nederland. De soort werd zelfs een keer in Nederland uitgezet om te voorkomen dat de soort zou verdwijnen.